Zeevlam en andere gedichten
Hanneke van Schooten
softcover
ISBN 9789493183315
62 pagina's
vormgeving en illustraties
Studio Damiaan Renkens
Zeevlam omvat een serie subtiele gedichten over thema’s als ruimte en tijd, herinnering en verlangen, muziek en stilte. Aantrekking en afscheid zijn er ook – de eb en vloed van alle poëzie.
‘Hoe ver het oog ook reikt, tussen beeld en werkelijkheid, nestelt zich het woord’. Deze regels komen uit Zeevlam, een bundel met een titel die de breedte van het wateroppervlak koppelt aan de omhoogschietende hitte van vuur. Een beeld dat Hanneke van Schooten heeft gevangen in meteen de eerste zinnen van het titelgedicht, dat is opgedragen aan dichter H.C. ten Berge:
'Het licht hangt zilverwit over het water
De lucht daarboven blauw en hoog
Hemel en zee zonder zichtbare lijnen droog
gevallen in het tij.’
Journalist Theo Hakkert in het voorwoord van Zeevlam
Hanneke van Schooten (Enschede, 1946) woont het grootste deel van het jaar op Schiermonnikoog. Ze promoveerde op een juridisch proefschrift over semiotiek en recht. Haar debuut als dichter was in 1990. Ze publiceerde sindsdien 13 bundels. Daarvan kwamen de bundels Getijden (2015), Zeven manieren om thuis te komen (2018) en Geheugenkathedraal (2020) alle, net als Zeevlam, uit bij AFdH Uitgevers.
Hanneke van Schooten is een zorgvuldige, ingetogen dichter. Haar poëzie maakt bij eerste lezing een toegankelijke indruk. Schijn bedriegt echter. Haar observaties zijn naaldscherp. Het rijzen en dalen van zinnen, de adempauzes en stiltes tussen de woorden, de kleur van bepaalde woorden, de muziek ervan – alles weegt mee.
Over het werk van Hanneke van Schooten
Zeevlam is haar veertiende bundel. In een gesprek met Tubantia naar aanleiding van de publicatie van Geheugenkathedraal, haar dertiende bundel, vertelde ze: 'De twaalf bundels hiervoor gingen over eigen ervaringen. Over wat je meemaakt en hoe je dat neerlegt in poëzie. Zoals poëzie meestal iets over jezelf zegt. Waar op dit moment in mijn leven de focus op ligt, is de tijd. Niet alleen de tijd als kader in het leven. Maar ook de tijdelijkheid, het onvermogen van de mens. Ik heb nu de leeftijd dat het zich meer opdringt. De nadruk verlegt zich naar met welke herinneringen je in je hoofd rondloopt.'
In het tweede deel van Zeevlam, ‘Odysseus achterna', komt alles samen. Het verblijf en de reis, de rust en de beweging, blijven en vertrekken. Donkere gedachten en lichte wiegen op de golven tegen elkaar op. Met vertrouwen aan het slot.
Waarheen schipper?
Vooruit! Voort!
Het uitzicht tegemoet.