Evert en Bonnie
Branko Vliegenthart
Hij is mooi, hij is zwart, hij is de eenvoud zelve. Hij is soepel maar wel eigengereid. Het is een BMW R 26 1-pitter uit '59. Hij heeft een eigen ziel. Geen mens lukt het hem ooit te starten; ik hoef hem nooit op slot te zetten. Hij start ook niet wanneer ik dronken ben. Hij laat me dan kilometers meelopen. Ik scheld hem uit maar geef hem toch gelijk. Wanneer ik 's ochtends op de bank wakker word, staat ‘ie meestal gewoon tegenover me in de kamer. Een witte schapenvacht eronder tegen het lekken. Een enkele keer laat ik hem 's nachts achter bij een kroeg, maar alleen binnen. De volgende dag haal ik hem op. Contactsleutel naar beneden, benzinekraan open, beetje gas, 1 trap op de kickstarter: Lopen. Rijden. Opluchting. Hij heet Evert. Ik heb ook nog een meisje: Bonnie, een strakke Janton BMW chopper met een R 60 blok uit '62, fel blauw, Triumph Bonneville voorvork, 2 lekkere dikke ronde tieten, een beest, een schatje. Staat altijd naast Evert in de kamer.
De samensteller van dit boek verongelukte bijna met zijn Moto Guzzi. Dan ga je nadenken, meer dan voordien: waarom moet ik motorrijden, waarom moeten andere mensen dat? Daar moest een boek over komen. Motorrrrraria is gemaakt uit verwondering over de fascinatie van de mens voor de motorfiets.
TT’tje spelen
Marga Kool
Het klonk naar mannenzaken en magie
Er zongen door de buurtschap vreemde namen:
Geoff Duke, Mike Hailwood, Norton en Ducati.
Dof ronkten in de avond
groepjes motoren naar het noorden.
Vader keek hen met toegeknepen ogen na
zoog langer aan zijn sigaret dan anders
Peinzend zei hij: Die gaan naar de TT.
No cuts
Bij de drukker op de zichttafel voor akkoord
Jan Cremer en Iris ten Kate
in de Gooi- en Eemlander