gebonden editie (1ste druk)
met 24 full colour illustraties
en leeslint
324 pagina's
isbn 9789072603616
Illustraties
Y Sweering
Verschijnt 31 mei 2015
In deze negende bundel met zeer korte verhalen (zkv’s) bundelen wij de stukjes die Snijders schreef in 2013 en 2014. Veel thema’s zijn vertrouwd: stad en land, literatuur, kinderen, dieren, tao, taal en filosofie; de laatste jaren treedt Snijders steeds vaker op in boekhandels en op festivals, soms met musici – ook daarover gaat het in deze nieuwe zkv’s. Een aantal verhalen werd voorgelezen bij KRO De Ochtend van 4, aanvankelijk dinsdagsochtends bij Margriet Vroomans, tegenwoordig op zondagochtend bij Niels Heithuis. In eerdere bundels combineerden wij de zkv’s met illustraties van respectievelijk Gijs Müller, Marcus Müller, Rinus van den Bosch, Jan Verburg, Peter van Straaten, Gummbah en Roland Sips. Voor deze bundel hebben wij de juiste illustrator gevonden.
Terwijl we met de negende bundel bezig waren werd A.L. Snijders, 'de meester van het eenharig penseel' en uitvinder van het zkv, het 'zeer korte verhaal' door de CPNB uitgenodigd de Geschenkbundel samenstellen voor de tiende editie van de CPNB-campagne Nederland Leest, november 2015. Men speelt daarmee in op de snelgroeiende populariteit van het korte verhaal in Nederland. Ruim 1100 bibliotheken in Nederland doen mee.
Over A.L. Snijders
A.L. Snijders (Amsterdam, 1937) publiceerde in 2006 zijn eerste boek met 336 ‘zkv’s’ (zeer korte verhalen). Hij werd er razendsnel bekend door. Kranten beschrijven hem als ‘anarchist’, ‘dadaïst’, ‘varkenshouder’, ‘motorrijder’, ‘stoïcijn’. Het kan Snijders niets schelen. Hij schrijft het liefst korte zinnen en korte verhalen. Dat heeft te maken met zijn angst voor de anakoloet. In november 2010 ontving hij de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre, maar in het bijzonder voor zijn zkv's. Het is een van de drie belangrijkste literaire prijzen in Nederland. Inmiddels heeft Snijders circa 2000 zkv’s geschreven. AFdH geeft ze uit.
zkv van 5 maart 2013
DE LIBELLEMAN verscheen een of twee zomers geleden als passant bij ons huis en is sindsdien een regelmatige gast. Ik geef hem deze naam omdat hij libellen fotografeert onder ongekende omstandigheden. Hij staat een halve nacht tot zijn nek in een inktzwarte bosvijver met de camera in zijn linkerhand en een felle lamp in zijn rechter. Als bewijs laat hij de nachtfoto’s van de libellen zien. Ik voel me opgelucht, want ik houd van de naakte waarheid, de foto’s bevestigen het gesproken woord. Het onbekende leven ontvouwt zich niet volgens de lineaire regel van de tijd. Wat veertig jaar geleden plaatsvond hoeft niet eerder verteld te worden dan de gebeurtenissen van gisteren. Gisteren fietsten we door het bos naar de brievenbus. Het is niet meer nodig met een vulpen een brief te schrijven en hem onder een zegel te versturen naar je geëmigreerde vriend van de lagere school of het onvergetelijke buurmeisje dat maar een jaar in dezelfde straat woonde. Het is ook dwaas te fantaseren over je brief in de posttrein die in de nacht langs boerenhoeven met slapende honden rijdt, er wordt geen post meer over het spoor vervoerd. Alles is ongemerkt achter je rug veranderd, alleen in je hoofd bestaat het verleden nog zoals het was. Maar ook als de noodzaak verdwenen is, kun je het blijven doen, ik schrijf nog wel eens een brief. Toen de brief van gisteren in de bus gevallen was, bleven de libelleman en ik nog even praten. Hij vertelde me dat hij ooit als goudsmid voor een weddenschap een zeer klein doosje met een scharnierende deksel had gemaakt, een kubus van een millimeter. Ik kon mijn oren niet geloven, maar ik had het goed verstaan, hij zou het bij zijn volgende bezoek meenemen. Naar huis fietsend mompelde ik ‘dat kan niet dat kan niet dat kan niet’, maar daar staat tegenover dat ik de libelleman nooit op een leugen betrapt heb. Er is een kans dat dit verhaal een vervolg krijgt.