luxe paperback
eerste druk
rijk geïllustreerd
224 pagina's
isbn 9789072603487
C.V. is een rijke verzameling teksten uit het schrijversleven van Carel Helder. Korte verhalen, gedichten, interviews, reportages. Citaat uit een verhaal over pokeren: ‘Al snel nam dat pokeren bezit van me. Een film waarin gepokerd werd, vond ik een goede film, en nóg, eerlijk gezegd. Vaak dacht ik zelfs in kaarten, bijna dertig jaar later zie ik een straight flush nog steeds voor me, van ruiten, langzaam schuif ik de kaarten achter elkaar vandaan, eerst de tien, dan de aas en zo verder - we speelden het spel met de vijf kaarten - en hoor ik het geroezemoes van de toekijkende mannen achter me die zich niet konden beheersen.’ Carel Helder maakt interviews die lezen alsof je bij het gesprek aan de bar zit. Hier een fragment uit een vraaggesprek met Martin Ros: ‘Liefde lukt nooit: ja dat weet ik nu wel. KgkgkggKGGHAHAHAAHAA! De gelukkige eenzaamheid. Daar hebben veel renners over gepraat, hè? Bobet. Bobet, die drie keer de Tour won. God, wat was dat ook een groot coureur. Ja ja, meneer. De gelukkige eenzaamheid. Dat is waar het allemaal om gaat.’ Uit een reportage over een detectivebureau: ‘Mevrouw V. glimlachte dankbaar. Het ligt misschien een beetje te veel voor de hand om te schrijven dat ze mooie maar droevige ogen had, maar die had ze wel.’
Wie is Carel Helder?
Carel Helder is een van de meest veelzijdige mensen die wij kennen. Hij schrijft voor de Volkskrant, het VARA-magazine en tal van andere bladen, hij houdt de korteverhalenwebsite www.torpedomagazine.nl in de lucht, hij is vrachtwagenchauffeur en bezit het diploma Oefenmeester I van de KNVB. Sinds enkele jaren is Carel Helder ook theaterproducent en de bevlogen baas van Nederlands kleinste theater, het Torpedo Theater te Amsterdam. Helder schrijft Noord-Nederlands helder. Compromisloos en droog, wijs en geestig. Hij beschouwt dit boek als het allerlaatste want hij wil stoppen met schrijven. C.V. is een bundeling van zijn beste werk. Barbara van Beukering , destijds chef van Volkskrantmagazine, noemde hem ‘de ideale freelancer’.
Uit Ga niet naar zee,
Tommy Wieringa,
De Bezige Bij 2010
IK KEN EEN MAN die weet hoe hij herinnerd zal worden. Op een dag stond hij in Amsterdam bier te drinken met zijn rug naar de bar, toen hij zijn naam hoorde vallen. Achter hem zaten twee mannen, de een zei tegen de ander:
‘Dat is Carel Helder, die schrijft voor de Volkskrant.’
‘Ja, maar pas op,’ zei de andere man, ‘hij schiet ook van vijfentwintig meter een bal in een rijdende kruiwagen.’
Een warmte had zich vanuit zijn buik door zijn lichaam verspreid.
‘Dan zeg je even niks meer,’ zei Carel Helder toen hij me dit vertelde.
Hij kan niet alleen een bal over vijfentwintig meter in een rijdende kruiwagen schoppen, maar ook heel goed flipperen. Vroeger, voordat hij een gezin had, ging hij vaak naar Parijs om te flipperen.
In Parijs stonden de beste kasten. Carel Helder praat over flipperen zoals anderen over Maria-verschijningen. ‘Weet je wie ook heel goed kan flipperen,’ zegt hij, ‘Beau van Erven
Dorens. Erg goed.’
In mij begint het zachte paarse licht van het mysterie te gloeien.
In de herfst kwam ik Carel Helder tegen op het marktplein van Lochem. ‘Ik ga weer een tijdschrift beginnen,’ zei hij toen. Ik herinnerde me zijn laatste tijdschrift nog, hoe alle gemobiliseerde energie al na drie nummers was weggelekt. ‘Zou je dat nu wel doen?’ zei ik met laffe scepsis. Maar hij knikte stellig. En toen hij zei ‘ik weet ook al een naam’, wist ik dat ik weerloos was voor de samenzweringen van Carel Helder.