De eerste zondag van augustus 2016: Deventer wordt weer overspoeld met boekenliefhebbers vanwege de 28e Boekenmarkt. In een huiskamergalerie aan de Grote Poot leest A.L. Snijders voor. Drie keer volle bak en ontzettend veel aanloop. Özcan Akyol kwam langs evenals stadsdichter Johanneke ter Steege.
Galeriehouder Allard van Lenthe was tevreden over het grote aantal gasten en de leuke ontmoetingen. Hij meldde dat Snijders ‘goed te pas was’. De schrijver werkte acht jaar als leraar in Deventer. Hij vertelde en las voor. Het ging over glaucoom, een gebrouilleerde zuster, een broer die niet bestaat, het ontberen van glasvezel op het platteland (kabels, daar vreten de mollen aan en daar gaat je Skype-verbinding), een hondje dat vast komt te zitten in een konijnenhol en niet meer bovenkomt en atheïsme in de familie - tot vijf generaties terug.
Er kwamen ook vragen: wanneer komt uw roman? ‘Die komt niet,’ zei Snijders. ‘Ik kan dat niet. Ik heb nu een boek liggen van 800 pagina’s, van een man die een gewone baan heeft. Hij schreef het boek ’s avonds. Hij had zijn vrouw - die beneden zat - al jaren niet gezien. Ik kan dat niet.’ En, opmerkelijk: ‘Ik lijk vrolijk en speels maar ik ben ontzettend snel aangebrand als het om mijn verhaaltjes gaat.’ Verder bespiegelde hij over de vraag wat literatuur is. Daarbij haalde hij Nabokov aan. Net als de grote Russische schrijver heeft Snijders de pest aan gepsychologiseer. Wij hebben het niet gevraagd, maar we durven het wel te zeggen: we denken dat Snijders schrijft zoals de haas rent in zijn eigen zkv...
Plezier
Ik keek door het keukenraam over de besneeuwde velden. In de verte zag ik een haas zitten. Ik had menselijke gedachten over de harde grond en het bevroren gras. Toen begon de haas plotseling te rennen. Er was geen onraad, geen hond aan de bosrand, geen buizerd in de lucht - alles was grijs en stil. De haas rende in een rechte lijn, steeds sneller, hij had er plezier in, hij deed het voor z'n lol, daar was ik zeker van.
Foto: Bas van Dishoeck